Mijn vader vond het heel belangrijk dat ik als volwassen vrouw op eigen benen zou kunnen staan. Dus mijn opvoeding stond dan ook in het teken van zelfstandigheid en zelfredzaamheid.

Toen ik 8 jaar werd, nam hij me mee naar de plaatselijke bank en opende samen met mij een bankrekening zodat ik leerde om mijn eigen bankzaken te doen. Mijn zakgeld kreeg ik niet contant, maar overgemaakt op mijn eigen girorekening. Op die manier leerde ik al vroeg om mijn geldzaken altijd op orde te houden.

Geld is een van de grootste redenen waarom mensen afhankelijk worden. Logisch, want als je te weinig geld binnenkrijgt (of overhoudt) om voor jezelf te zorgen, dan ben je automatisch afhankelijk van anderen. Dat kan je partner zijn, maar ook je ouders en niet zelden de overheid.

Daarom stimuleerde mijn “pappie” mij om mijn best te doen op school zodat ik later kon kiezen wat ik wilde studeren. Ook moedigde hij mij aan om op mijn 18e direct te starten met rijlessen zodat ik niet beperkt zou zijn in mijn mobiliteit. Lees: niet afhankelijk hoefde te zijn van anderen om me ergens naartoe te brengen.

Onafhankelijk en zelfstandig zijn, zijn twee hele belangrijke waarden voor mij. Zelfstandigheid is het in staat zijn om onafhankelijk te zijn van een ander. Dit gaat niet alleen om praktische dingen, maar ook om het zelfstandig kunnen maken van keuzes. Zelfstandigheid is een groot goed, en in onze maatschappij wordt het als belangrijk beschouwd dat je voor jezelf zorgt. En wel zo belangrijk: Door jezelf onafhankelijker te maken voel je je vrijer en autonomer.

Persoonlijk vind ik het vreselijk om afhankelijk te moeten zijn van anderen. Hulp vragen vind ik soms erg moeilijk. Ik voel me kwetsbaar omdat ik door het vragen om hulp laat merken dat ik iets niet kan. Maar vooral wil ik de ander niet belasten met mijn hulpvraag.

Soms lopen de dingen echter anders dan gepland.

Bij een frontale botsing, omdat de veroorzaker verzuimd had mij voorrang te verlenen, heb ik onlangs letsel opgelopen. Ik brak onder andere mijn onderarm.  

Van de ene op de andere dag werd ik genoodzaakt om hulp te vragen. Dat kostte me  moeite en was een leerproces. Ik vond namelijk dat het prima lukte de tandpasta uit de tube te krijgen, ook al hing deze grotendeels aan de badkamerspiegel in plaats van dat deze op mijn tandenborstel terecht kwam. Ik ontdekte dat een joggingbroek niet alleen tijdens het sporten heel erg comfortabel zit, maar ook dat de knoop en rits van een spijkerbroek een hoop frustratie konden opleveren.

Het lukte me allemaal prima ondanks de beperkingen. Totdat ik tijdens de prachtige zomer veel ging wandelen en ik me realiseerde dat wandelen op slippers niet echt comfortabel is. Toen moest ik toch echt een keer de hulpvraag stellen aan mijn partner of hij mijn veters kon strikken. En wat denk je: geen enkel probleem natuurlijk en heel graag zelfs.

Er zitten zowel positieve en negatieve kanten aan onafhankelijkheid. Zo houd ik ervan mijn werk naar eigen inzicht te kunnen organiseren, ga ik bij voorkeur mijn eigen weg, kan ik het benauwd krijgen als ik in een keurslijf moet opereren en ben ik soms een beetje eigengereid.

Daarentegen ben ik niet snel van mijn stuk te brengen, ben ik standvastig, en vertrouw ik op mijn eigen oordeel, kunde en vaardigheden.

Ik ben dus zo opgevoed dat ik mezelf moet kunnen redden, en daar ben ik blij mee. Het is erg handig om zelfstandig te zijn. Alleen… soms is het prettiger en een stuk meer ontspannen om ergens niet alleen voor te staan. Om ook tijd en aandacht te hebben voor dingen die nodig zijn om bijvoorbeeld in het geval van mijn ongeval te herstellen. Bovendien geeft een bepaalde mate van afhankelijk ook een ander contact met vrienden, familie en collega’s omdat zij zich ook een keer met alle liefde voor mij kunnen inzetten. En dat is een enorm waardevolle ervaring.

Toch blijft het een uitdaging: om hulp vragen. Inmiddels lukt het mij aardig. Het gaat niet vanzelf, maar het gaat me steeds iets beter af!